Politics  /  June 15, 2011

Tegengaan van zwerflawaai: een mooie vorm van hoffelijkheid

Soms is één woord genoeg om een thema op de politieke agenda te krijgen. ‘Snelwegpanorama’ is zo’n woord. Architect Francine Houben pleitte hiermee voor het behoud van vergezichten vanaf de snelweg op het natuurlandschap. Al maakte Minister Schultz van Haegen er deze week korte metten mee. Zij ziet liever Belgische verrommeling dan Hollandse weilanden.

Onlangs dook in het Amsterdamse politieke debat het woord ‘zwerflawaai’ op. Ook zo’n mooi woord dat meteen de lading dekt. Volgens sommigen maakt het een dikke kans om het woord van 2011 te worden. Emeritus hoogleraar Joost Smiers, bewoner van de Amsterdamse wallen, kwam er als eerste mee. In zijn essay beschrijft hij zwerflawaai als onvoorspelbare geluidsoverlast. Ineens is het er en ineens is het weer weg. Schreeuwende passanten op straat, versterkte muziek van voorbijvarende bootjes of een beatdreun uit een passerende auto. Je kunt de bron niet aanspreken maar het tast wel je privacy en je woongenot aan. En misschien is dat onmachtige gevoel nog wel het meest hinderlijk.

Het blijkt geen Amsterdams fenomeen te zijn. New York zint op een aanpak van ‘streetnoise’. Op straat mag je geen ‘onredelijk geluid’ maken. ‘s Nachts is daar de norm van 7 decibel aan verbonden. In London kun je een klacht indienen tegen anti-sociaal gedrag, een mooiere woordkeus als je het mij vraagt dan asociaal gedrag. Parijs tracht geluidsoverlast in buurten tegen te gaan door samenspraak tussen ondernemers, werkenden en bewoners van de buurt, gefaciliteerd door het arrondissement.

Deze week bracht de Telegraaf het nieuws dat geluidsstress dodelijk kan zijn. Jaarlijks sterven 700 Nederlanders als gevolg van stress door langdurige blootstelling aan geluidsoverlast, zo becijferde een onderzoeksraad van de EU. Dat zijn er meer dan in het verkeer. Genoeg reden om het serieus te nemen.

Een andere reden om na te denken over een aanpak van zwerfgeluid is een economische. Veel bewoners van de binnenstad hebben inmiddels het idee dat ze in een pretpark wonen. Als we niet proberen om bepaalde bronnen van onnodige geluidsoverlast tegen gaan, kan dat het draagvlak voor horeca, terrassen en evenementen verder verslechteren. Dat zou slecht zijn voor de economie, aantrekkelijkheid en werkgelegenheid van Amsterdam.

Er wordt al gauw geroepen: je kunt niets doen tegen schreeuwende mensen op straat. En is dat wel een overheidstaak? Ik vind dat een betrekkelijk onzinnige en fatalistische gedachte. Mensen zijn heel wel bereid hun gedrag aan te passen wanneer ze er bewust van zijn dat het hinderlijk is voor anderen. Het gebruik van je claxon tijdens het autorijden, het fietsen zonder licht of het laten liggen van de drol van je hond: het werd een stuk minder toen er aandacht voor kwam. Al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen. En we weten allemaal dat we ook zelf wel eens die uitzondering zijn.

Wat nu te doen? Het helpt om te beginnen met een zichtbare (en hoorbare) maatregel. Op advies van de politie stellen we een verbod op versterkte muziek op boten voor. Op water draagt geluid ver en zeker in de binnenstad met monumenten met enkel glas is dat een doorn in het oog eh… oor. Dus kom vooral genieten van een vaartochtje door de Amsterdamse grachten maar laat je gettoblaster thuis. Bij gebrek aan heldere regels kan de politie nu alleen optreden als er een klacht wordt ingediend. En dat is te water een onbegonnen zaak. De gemeenteraad sprak er al over in 2008 en 2009. Het moet er nu maar eens van komen.

Een ander voorstel is het op orde brengen van de klachtenregistratie. Zo kan in kaart worden gebracht welke hotspots van geluidsoverlast er zijn zodat daar gericht op kan worden gehandhaafd. We pleiten er verder voor om aandacht voor zwerfgeluid een structurele plek te geven in het beleid, in de handhaving, in de communicatie, in enquêtes en metingen. Tot op dit moment is er nauwelijks aandacht voor een daarom tasten we nog behoorlijk in het duister.

En een bewustwordingscampagne kan geen kwaad. De afgelopen jaren heeft Binnenwaterbeheer al een zogenaamde rebuscampagne gehouden om overlast te water tegen te gaan. Ik woon zelf aan het water en ik heb de indruk dat het heeft geholpen om mensen bewust te maken van hun gedrag. Wellicht zou de Amsterdamse horeca een campagne kunnen starten om hun gasten te vragen onderweg naar huis een beetje rekening te houden met omwonenden.

Onlangs pleitte wethouder van Es voor meer hoffelijkheid in Amsterdam. Aandacht voor zwerfgeluid past in die denklijn. Met vertrutting – voordat we dat verwijt weer gaan krijgen – heeft het niets van doen. Zoals Hans Boutellier het zei: “De openbare ruimte is van niemand. Je bent er te gast en zo moet je je ook gedragen.” Dat lijken we soms verleerd. Een beetje rekening houden met elkaar, daar is nog nooit iemand slechter van geworden.