Seeds  /  May 11, 2013

Benchmarks: next step in corporate social responsibility (in Dutch)

De wereld verbeteren met een ranglijstje? Het kan! De Access to Medicine Index heeft zoveel wel bewezen. Vijf miljard mensen op de wereld hebben toegang tot medicijnen, nog twee miljard te gaan. Onder dat motto heeft de Index de hele pharma industry in beweging gekregen om hun inzet voor dit sociale doel te vergroten. Geen wonder dat getracht wordt deze interventie in andere sectoren te herhalen. Zo verscheen deze winter de Access to Nutrition Index en zet ik nu zelf de Access to Seeds Index op.

Sinds Commissie Brundtland in 1987 het begrip duurzaamheid muntte in het rapport ‘Our Common Future’, kwam ook het debat op hoe bedrijven daaraan konden bijdragen. Je moest bedrijven niet zien als het probleem maar als deel van de oplossing. In linkse kringen gold dit destijds als een groot inzicht – of juist als als grootse kolder – zoals ik ervoer toen in De Balie in de jaren 90 debatten over het thema organiseerde. Sindsdien is er veel gebeurd.

Zelf zie ik de Indexen als de next step in corporate social responsibility. In de eerste stap leerden bedrijven dat ze niet alleen op de wereld waren om winst te maken, maar rekening moesten houden met de Triple Bottom Line, zoals John Elkington het beschreef: People, Planet, Profit.

De tweede stap noem ik Corporate Philantrophy, waarbij bedrijven hun assets inzetten voor sociale doelen. Als je ergens goed in bent, waarom zou je dat niet ook inzetten om de wereld een beetje beter te maken. Zo bedacht Peter Bakker, destijds CEO van TNT: honger in de wereld is een logistiek probleem, wij hebben verstand van logistiek: let’s start ‘Moving the World’! Dit partnership van TNT met het Wereld Voedsel Programma WFP werd door Michael Porter uitgeroepen tot ‘best practice in corporate philantropy’ vond sindsdien breed navolging.

De derde stap is het werken met een Industry Index. Als bedrijven laten zien dat ze iets extra’s willen doen voor de wereld, zou het dan niet aardig zijn als we die lappendeken van goede bedoelingen kunnen sturen op basis van een maatschappelijke agenda zodat het bij elkaar meer impact krijgt? Als we bedrijven in staat stellen van elkaar te leren in plaats van dat ze allemaal zelf het wiel gaan uitvinden? Als we door transparantie te creëren over de inzet en performance van afzonderlijke bedrijven de onderlinge concurrentie op goed gedrag kunnen aanwakkeren?

De Haarlemse ondernemer Wim Leereveld kwam op dat idee voor de pharma-sector: de Access to Medicine Index. Bedrijven met een stok slaan, of naming and shaming, zoals veel NGO’s deden, daar gaan bedrijven niet harder van lopen. De stoplight zetten op wat goed gaat, credits geven voor goed gedrag en verschillen daarop zichtbaar maken, is wat bedrijven in beweging zet. Managers houden van ranglijstjes en ze staan graag bovenaan. Zo simpel is het. Bill Gates was van het eerste moment fan, omdat hij weet: what gets measured, gets done.

De basisgedachte is simpel, maar de uitwerking verder zeer zorgvuldig en secuur. Zo moet de stichting die de Index opzet volkomen onafhankelijk zijn, zonder enige banden met het bedrijfsleven. De maatschappelijke agenda die de Index aan de industrie voorlegt, moet worden opgesteld in een zorgvuldige multi-stakeholder dialoog, zodat eenieder zijn inbreng kan hebben en niemand kan stellen dat hij buitengesloten is. En natuurlijk moet het opstellen van de indicatoren en de assessment van bedrijven secuur gebeuren.

Dit jaar ontwikkelen we dus de Access to Seeds Index. Het kwaliteit zaaizaad dat voor de landbouw in de westerse wereld gemeengoed is, bereikt de smallholder farmer in Afrika en Azië niet. Terwijl juist in die gebieden de armoede en honger het grootst is. Een problematiek die nog versterkt kan worden omdat juist in die gebieden de bevolkingsgroei het hoogst is en klimaatverandering de landbouw hard gaat raken. Zouden de leidende zaaizaadbedrijven iets kunnen doen om deze boeren van beter zaaizaad te voorzien (met alle vaardigheden en technieken die daarbij horen) zodat die boeren op hun beurt de strijd tegen armoede en honger aan kunnen gaan?